Deze week gaan we in 3 things social kijken naar een aantal zaken die op langere termijn interessant zijn: de kwartaalcijfers van Facebook en Twitter (interessant voor het kiezen van een social media platform als u wilt beginnen met Social Media), LinkedIn die u van demografische informatie over de bezoekers van uw website kan gaan voorzien (speciaal interessant voor mensen die zich met hun bedrijf op bedrijven richt, ofwel business to business) en de aankondiging van Adobe dat het stopt met de het updaten en distribueren van Flash (interessant als u een website heeft die op flash is gebouwd).

De kwartaalcijfers van Facebook en Twitter: Is video de sleutel tot groei?

Kwartaalcijfers zijn voor social media bedrijven ook de gelegenheid om het publieke informatie te geven over de hoeveelheid gebruikers, wat ze ongeveer doen op die sociale netwerken en op te scheppen over het aantal nieuwe gebruikers (wat voor adverteerders weer interessante informatie is omdat ze dan weten hoe de gebruikersgroep van social media netwerken zich ontwikkelt en waar ze dus in de toekomst meer of minder geld aan moeten besteden. De financiële cijfers laat ik even voor wat ze zijn. Zowel Facebook als Twitter maakt winst. Interessanter was dat Facebook er in het tweede kwartaal 70 miljoen nieuwe gebruikers bij kreeg en Twitter nul (0). Het lijkt er dus op dat Twitter een probleem heeft qua gebruikersgroei.

Om die problemen op te lossen kondigde Twitter een curieus experiment aan: voor 99 dollar per maand heeft u de mogelijkheid om uw tweets bij potentiele klanten onder de aandacht te brengen. U kunt niet kiezen welke tweets en het voordeel wat u er volgens Twitter bij heeft is dat u er meer volgers van krijgt. Of u daar nou echt blij van moet worden… Natuurlijk, volgers zijn leuk. Maar uiteindelijk gaat u zichzelf afrekenen op wat dat aan extra omzet genereert. Moet u zich dus de eerste maand gratis inschrijven voor deze service? Nee, want als u net begint met Twitter is het handig om eerst uit te zoeken hoe het platform werkt en te kijken of adverteren voor uw bedrijf überhaupt zinvol is voordat u met een groter advertentieprogramma begint. En als u al wat ervaring heeft, dan is groei van het aantal volgers ook op andere manieren te bereiken. En die manieren zijn dan vaak gratis of in ieder geval veel goedkoper.

Nee, dan Facebook. Die beginnen in augustus met een eigen videokanaal met originele content. Ik hoor u denken: iets als Netflix? Niet helemaal want Facebook mikt eerst op de gebruikers van YouTube en Snapchat, en op kijkers van kanalen als MTV. Dat past wel weer in de trend die vorig jaar werd ingezet toen de “stories” functionaliteit van Snapchat werd gekopieerd in de Facebook, Instagram en Messenger apps. In eerste instantie gaat het om programma’s van 10 a 15 minuten (waarbij 45% van de advertentie-inkomsten naar Facebook gaan; bouwen op geleend land is en blijft een dure zaak). Dat is met name bedoeld om aan te tonen aan productiebedrijven dat deze content op Facebook tot zijn recht komt en vervolgens adverteerders te overtuigen dat er dus geld aan te verdienen is. Het grappige is alleen dat Twitter al met dergelijke content bezig is, zij het met name op sport en nieuwsgebied. En YouTube kondigde recent een vergelijkbaar initiatief aan.

Wat u hiermee kunt? Voorlopig nog weinig. Voor u is van belang dat Facebook het grootste Social Media platform is met meer dan 2 miljard gebruikers, en dat links heeft met Instagram waarop per dag rond de 250 miljoen “stories” worden gepost. Dat toont aan dat Facebook een platform is waarop uw klanten en prospects hoogstwaarschijnlijk aanwezig zijn en waar u als bedrijf dus mogelijk ook wilt zitten. Met de video functionaliteit gaat in Nederland voorlopig nog niet echt iets gebeuren. Daarvoor is de markt te klein, denk ik. Maar het kan wel goed zijn om met video te experimenteren als u dat wilt.

LinkedIn vertelt u wie uw website bezoeken

Eh, pardon? LinkedIn? Daar hebben we toch Google Analytics voor? En wat gaat LinkedIn dan bieden wat ik al niet weet? Het zal geen geheim zijn dan LinkedIn het grootste zakelijke social media platform is. Bijna iedereen heeft er tegenwoordig een profiel met informatie over opleiding, werkervaring en huidige functie. En laat dat laatste nou juist een stukje informatie zijn wat Google Analytics u (nog) niet kan geven. Een leuke kans om meerwaarde te genereren, zullen de marketeers van LinkedIn hebben gedacht en afgelopen week kondigden ze op het marketingblog van LinkedIn aan dat ze een website demographics tool gaan lanceren. Voor de werking ervan verwijs ik u naar het YouTube filmpje over de tool. LinkedIn was trouwens toch al bezig om haar app te verbeteren door functionaliteit toe te voegen. Mocht u er namelijk behoefte aan hebben dan kunt u nu meerdere foto's tegelijk aan een bericht toevoegen.

Waarom is dit belangrijk? Wat LinkedIn, onderdeel van Microsoft, doet is de informatie die ze heeft gebruiken om een nieuwe dienst te ontwerpen. LinkedIn heeft namelijk een vrij unieke set met gegevens over haar gebruikers en kan u helpen om uw marketing veel gerichter te doen. Zeker als u een wat groter bedrijf heeft, of net start, kan de achtergrond van uw website bezoekers waardevolle informatie zijn. Al was het alleen maar om te weten wie uw potentiële klanten en dus doelgroep van uw marketingactiviteiten op social media zijn.

Adobe stopt in 2020 met Flash

Flash ontstond in 1996 als animatiesoftware en groeide in de tien jaar erna uit tot de software om filmpjes mee te vertonen op internet. YouTube werkte in het begin ook op Flash en adobe FlashPlayer was in het eerste decenium van deze eeuw dan ook de software die iedereen gebruikte om filmpjes te bekijken. In 2010 schreef Steve Jobs namens Apple een open brief over het feit dat Apple weigerde om Flash te ondersteunen. In die brief maakte hij Flash met de grond gelijk en dat was het begin van het einde. In de jaren daarna werd de software door een enorme hoeveelheid veiligheidslekken geplaagd waardoor Adobe meer aan het patchen was dan dat er kon worden ontwikkeld. Veel van de redenen die Jobs in 2010 noemde, met name het gebrek aan veiligheid, en het feit dat Flash met de komst van HTML5 overbodig is geworden, heeft ertoe geleid dat Adobe nu heeft besloten om de stekker zelf maar uit de trekken. Veel oudere websites zouden nog Flashelementen kunnen hebben. Er zijn nog initiatieven om de technologie te redden als aandenken, maar of dat ook een kans van slagen heeft…

Wat u met dit nieuws moet? Als u een wat oudere website heeft, is het verstandig om die te laten checken door degene die de website onderhoudt. Meer in het algemeen is de les dat het goed is om technologische ontwikkelingen te blijven volgen en ervoor te zorgen dat u website voldoet aan de meest recente veiligheidseisen. Daarvoor moet u ook afspraken maken met uw websitebouwer en/of de partij die uw website host. Dan voldoet u trouwens ook gelijk aan een van de eisen uit de nieuwe Europese Privacy regelgeving, dus u slaat twee vliegen in één klap. Tot volgende week.