In 3 Things Social bespreek ik elke drie dingen die me zijn opgevallen in het nieuws rondom social media. Deze week 3 dingen zijn dat: LinkedIn geeft je privacy keuzes, Microsoft laat je visitekaartjes in LinkedIn contacten omzetten en Google geeft je meer informatie over afbeeldingen.
LinkedIn geeft je privacy en advertentie keuzes
Waarschijnlijk heb je vorige week of deze week een e-mail van LinkedIn gehad over de nieuwe voorwaarden? Dat gold voor iedereen. Normaal is het niet iets om te melden, maar dit keer gingen de nieuwe voorwaarden gepaard met nieuwe mogelijkheden in de app en op de website die in het kader van de nieuwe Europese privacyregels (GDPR of AVG) relevant zijn. Je kunt namelijk gaan aangeven welke gegevens LinkedIn en moederbedrijf Microsoft mogen gaan gebruiken. En, veel leuker en belangrijker, je krijgt invloed op de advertenties je te zien krijgt en welke data daarvoor gebruikt mogen worden. Dit is een mooi voorbeeld van hoe de Europese Unie graag wil dat je de mogelijkheid krijgt om het gebruik van je eigen data te beïnvloeden. Je kunt zelfs je eigen gegevens downloaden.
Je krijgt toegang tot deze instellingen via de optie Instellingen en Privacy in het menu onder ‘Ik’.
In het screenshot hieronder zie een voorbeeld van hoe mijn eigen instellingen er uitzien bij de tab advertenties. De basis, net als bij Google en Facebook, is dat je advertenties krijgt maar dat LinkedIn de mogelijkheid geeft om bepaalde voorkeuren aan te geven. Sommige voorkeuren hebben zeker toegevoegde waarde, zoals interesse categorieën en bedrijven en groepen die je volgt. Op basis daarvan kun je uitsluiten dat je onzin te zien krijgt. Andere opties, zoals demografische gegevens, zijn minder van belang vind ik persoonlijk.
Je kunt keuzes op elk gewenst moment wijzigen. Dit doe je door op een optie te klikken waarna de optie uitklapt en je de vraag van LinkedIn krijgt of ze je advertenties en vacatures mogen sturen op basis van – in dit geval – je interesses, connecties, etc. Wijzigen van een keuze kan door op het schuifje te klikken (je krijgt een melding dat je keuze is opgeslagen).
Waarom vond ik dit nu opvallend? De wijziging gaat tenslotte pas 8 mei 2018 in. Met name omdat het een mooi voorbeeld is van hoe je de mensen in staat stelt om zelf te bepalen wat er met hun data gebeurt. In dit geval gaat het om welke advertenties je te zien krijgt en welke gegevens er voor mensen buiten je onmiddellijke kring van contacten te zien zijn. Maar hetzelfde kun je bedenken voor het ontvangen van een nieuwsbrief of wellicht zelfs de inhoud ervan.
Welke keuzes je op LinkedIn moet maken? Dat hangt af van je eigen blik op privacy, of je het nuttig vindt dat mensen op internet je profielfoto kunnen zien en of je überhaupt zin hebt om je gegevens te delen om advertenties beter aan te laten sluiten bij je eigen behoeften. Wat je voorkeuren ook zijn, ik raad je aan om deze zelf in te stellen. En twijfel je of je iets wilt? Dan is ‘ja’ denk ik niet de beste keuze. Voor een uitgebreid overzicht van de privacy instellingen van LinkedIn kun je terecht bij hun privacy policy pagina (inclusief filmpje).
Microsoft laat je visitekaartjes omzetten in LinkedIn contacten
Je hebt het vast wel eens gehad: je bent iemand tegengekomen op een conferentie of bij een netwerkevenement en je hebt een visitekaartje gekregen maar hebt niet gelijk via LinkedIn contact gemaakt of de persoon toegevoegd aan je contacten. Nou, met Microsoft Pix kun je nu een foto van dat visitekaartje maken en dan gelijk toevoegen aan je contacten of op LinkedIn zoeken naar de persoon van wie je het kaartje hebt gehad.
De app werkt heel simpel: je opent de app, je richt de camera op het visitekaartje en kiest voor ‘add to contacts’ of ‘find on LinkedIn’.
Zijn hier niet al andere apps voor? Wellicht wel, maar het opvallende hieraan is de integratie van Microsoftproducten met LinkedIn. Eerder kondigde Microsoft al aan dat LinkedIn profiel informatie ook via Outlook beschikbaar zou komen (ook die optie kun je trouwens in- en uitschakelen in de instellingen waarover ik hierboven schrijf). En ook hiermee wordt het maken van connecties op social media makkelijker gemaakt. Zo gemakkelijk dat er bijna geen mensen meer aan te pas komt.
Google geeft meer informatie over afbeeldingen
Bijna iedereen zoekt wel eens naar afbeeldingen op Google. Soms is dat voor een verjaardagskaart, een leuk gifje voor op Facebook (denk wel even aan het auteursrecht) of gewoon ter inspiratie. Tot nu toe kon je dan de afbeelding en het url vinden. Maar Google gaat daar wat meer context aan meegeven. Op die manier kun je de resultaten beter beoordelen op relevantie voor jouw zoektocht.
De uitrol van deze wijziging begint trouwens in de browsers op mobiele apparaten en in de Google app die zowel op iOS als op Android beschikbaar is.
Mocht je trouwens een beschrijving van je bedrijf in Google My Business hebben dan is er nog een ander nieuwtje: Het lijkt erop dat de mogelijkheid terugkomt om een korte beschrijving van je activiteiten mee te geven die dan in lokale zoekresultaten terugkomen. Die omschrijving mag niet langer zijn dan 750 karakters en er mag geen html of websiteadres in staan. Het websiteadres kun je namelijk al op een andere plek kwijt.
Waarom is dit opvallend? Bij de afbeeldingen geldt dat je via de zogenaamde ‘title’ tag informatie mee kunt geven waardoor je afbeeldingen beter vindbaar worden. Want juist die title tag wordt door Google gebruikt om plaatjes te doorzoeken. En bij Google My Business geldt dat deze mogelijkheid eerder werd weggehaald en nu dus weer terugkomt. Daarnaast is Google My Business een belangrijk middel om lokaal vindbaar te zijn op Internet.
Volgende week zijn er weer 3 dingen die me de komende week in de wereld van social media gaan opvallen en is er dus weer een nieuwe aflevering van 3 Things Social. Zijn er dingen die jou zijn opgevallen en die je hebt gemist in dit overzicht? Laat het me weten via een opmerking hieronder, via mail, Twitter, LinkedIn of Facebook.
Tot volgende week!
Een gedachte over “3 Things Social: Privacy keuzes bij LinkedIn, Microsoft zet visitekaartjes om in contacten en Google geeft relevantere afbeeldingen”