In 3 Things Social bespreek ik elke drie dingen die me zijn opgevallen in het nieuws rondom social media. Het doel is om jou als ondernemer op de hoogte te houden van lange termijn trends in de wereld van social media. Nieuwe functionaliteit of leuke features vind je in mijn vlog op YouTube, net als mijn Privacy statement trouwens.

Deze week bespreek ik de volgende 3 dingen: Facebook is niet langer het grootste platform bij de jeugd, Instagram legt haar algoritme uit en inloggen met Snapchat?

Facebook is niet langer het grootste platform (bij de jeugd)

Huh? Hoe kan dat? Je dacht dat Facebook de grootste was? Dat is het ook, maar bij een studie onder Amerikaanse tieners is gebleken dat 85% daarvan YouTube gebruikt en dat Snapchat bijna twee keer zo vaak wordt gebruikt als Instagram en meer dan drie keer zovaak als Facebook.

Opvallend? Ja en nee. Opvallend, omdat het verschil tussen Snapchat en YouTube aan de ene kant en Facebook/Instagram zo groot is. Niet opvallend, omdat YouTube een platform is waar iedereen mee opgroeit tegenwoordig (de meeste ouders die ik ken laten hun kinderen van jongs af aan op een iPad of op de televisie naar YouTube kijken) en omdat Snapchat al jaren heel populair bij tieners is.

En er was nog een statistiekje dat me opviel. Facebook wordt minder gebruikt naarmate het huishoudinkomen van het gezin stijgt. En dat is toch wel even een dingetje als je adverteert. Want dan moeten je advertentiedollars voor hippe snufjes toch echt naar Snapchat en niet naar Facebook.

Wat moet je hiermee? Waarschijnlijk is dit niet onmiddellijk voor een MKB’er van belang. Want de studie is in de VS gedaan en data voor Europa (laat staan Nederland) is er niet bij. En toch vond ik met name het statistiekje over inkomen wel frappant. Als die trend er namelijk in Nederland ook is, dan betekent het dat er straks een behoorlijke tweedeling op social media gaat plaatsvinden tussen arme en rijke gebruikers. En de rijke gebruikers zitten dan niet meer zoveel op Facebook (en kennelijk ook niet zoveel op Instagram)

En die gaat – ik schat over een jaar of vijf a zeven – zeker gevolgen hebben voor de manier waarop bedrijven social media moeten gaan inzetten. Dan is het wel handig als je weet hoe je adverteert op Snapchat en YouTube (dat laatste is minder lastig dan het eerste), hoe je zelf lenses kunt maken op Snapchat en hoe je augmented reality inzet om je publiek te blijven boeien. Dat laatste moet ook op Facebook trouwens, maar op Snapchat ligt de lat al een tijdje wat hoger omdat ze het meest innovatieve platform willen zijn.

Daarnaast gaat het gevolgen hebben voor waar we goederen en diensten aanbieden. Als rijkeren meer op Snapchat zitten en armeren meer op Facebook, dan ligt het in de lijn der verwachting dat je op Facebook minder goed terecht kunt voor het aanbieden van relatief dure diensten.

Maar – nogmaals – dit is niet iets waar je nu onmiddellijk mee aan de slag moet. Het is wel een ontwikkeling om in de gaten te houden. Voor het volledige onderzoeksrapport verwijs ik je naar de site van het PEW Research Center. Daar komen de grafieken in dit item ook vandaan.

Inloggen met Snapchat?

Nu we het toch over Snapchat hebben: In tegenstelling tot Facebook heeft Snapchat geen platform waarop externe ontwikkelaars van apps konden bouwen die interactie hadden met de systemen en data van Snapchat. En daar lijkt verandering in te komen want er lijkt opnieuw een strategische u-turn van Snap op komst. Er lijkt namelijk een officieel ontwikkelplatform op Snapchat te komen.

 

 

Met dat platform – codenaam Snapkit – kunnen gebruikers hun Snapchat gegevens gaan gebruiken om in te loggen en ook hun bitmoji’s (de Snapchat-versie van de avatars op Facebook) meenemen.

De stap brengt ook risico’s met zich mee. Zo kunnen onveilige apps data gaan lekken van gebruikers. Iets waar Facebook de afgelopen maanden negatief mee in het nieuws kwam als gevolg van de Cambridge Analytica affaire. Daar moet overigens wel bij verteld worden dat Snapchat aanzienlijk minder data verzamelt over gebruikers dan Facebook.

Wat zou je hier dan concreet mee kunnen? Je kunt mensen straks de gelegenheid geven om op je app in te loggen met hun Snapchat inloggegevens in plaats van dat ze een nieuwe gebruikersnaam en password moeten bedenken. Dat is met name voor op gemak ingestelde gebruikers wel prettig.

Maar het platform geeft ook toegang tot de camera en alle tools die je daarbij krijgt. Dus een heleboel augmented reality en lenses, waarover we het hierboven hebben, wordt op die manier toegankelijk.

Wat haalt Snapchat hier zelf uit? Vooral nieuwe vormen van content en ook data over hoe apps hun platform gebruiken. Daarmee kunnen dan weer nieuwe functies worden gemaakt en beschikbaar gesteld. En via apps kunnen nieuwe gebruikers worden aangetrokken die tot nu buiten bereik waren. Een mooi voorbeeld van een mes wat aan twee kanten snijdt dus.

Instagram legt zijn algoritme uit

Deze week gaf Instagram openheid van zaken over hoe het algoritme op het platform werkt. En dat is op belangrijke details anders dan op Facebook.

Als eerste viel mij op dat je alle content kunt zien van alle mensen die je volgt. Op Facebook wordt een bericht gemiddeld maar aan de 20% van je volgers aangeboden voor wie het bericht het meest relevant wordt geacht.

Relevantie speelt op Instagram zeker een rol, maar dan in de volgorde waarin de berichten worden getoond. Die volgorde is op drie pijlers gebaseerd: Interesse, tijdigheid en de relatie met degene die het bericht plaatst.

Interesse wordt gemeten op basis van je eigen volg en klik gedrag in het verleden. Er wordt gekeken hoe je in het verleden op vergelijkbare berichten hebt gereageerd (dus of je een bericht leuk vond, of je video in het algemeen leuker vindt, etc.). Er wordt ook met behulp van beeldherkenning technologie gekeken naar het bericht zelf.

Tijdigheid gaat met name over de vraag of het bericht oud of nieuw is. Er waren veel klachten van gebruikers die te oude content in hun app vonden, bijvoorbeeld berichten van hun favoriete sportvereniging die voor een wedstrijd waren gepost terwijl de wedstrijd al was afgelopen.

De relatie gaat over de relatie met degene die het bericht geplaatst heeft. Concreet gaat het dan over of er veel gezamenlijke interactie is (bijvoorbeeld commentaar geven op elkaar’s berichten en of je via direct messages met elkaar communiceert en elkaar taggen).

Instagram hielp ook een aantal mythes de wereld uit. Ze hebben geen plannen om terug te gaan naar een chronologische tijdlijn, video’s worden niet voorgetrokken op gewone afbeeldingen, er is geen straf voor heel vaak berichten plaatsen (hoewel je wel het risico loopt dat gebruikers het dan als spam ervaren) en zakelijke en persoonlijke accounts krijgen even veel gewicht in het algoritme.

Tot slot kondigde Instagram aan dat het bezig is om met behulp van beeldherkenning te kijken naar wat er nou werkelijk op de foto staat, in plaats van wat het bijschrift is. En dat zou nog wel eens een behoorlijke game-changer kunnen zijn. Ik ben bijvoorbeeld heel erg benieuwd wat er dan met al die mooie plaatjes met quotes gaat gebeuren. Het gaat er in ieder geval voor zorgen dat we nog beter moeten gaan kijken naar of het plaatje relevant is voor onze boodschap.

Wat je met deze kennis kunt doen? Je hebt nu een beter idee welke factoren een rol spelen in de volgorde waarin je berichten op Instagram ziet. En je weet welke kant het uitgaat qua ontwikkelingen. Dus doe er je voordeel mee.

Volgende week zijn er weer 3 dingen die me in de komende week in de wereld van social media gaan opvallen en is er dus weer een nieuwe aflevering van 3 Things Social. Zijn er dingen die jou zijn opgevallen en die je hebt gemist in dit overzicht? Laat het me weten via een opmerking hieronder, of via mail, Twitter, LinkedIn of Facebook.

Tot volgende week!